Ga naar de inhoud

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hillegom houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffen en reinigingsrechten (Verordening reinigingsheffingen 2020)

Publicatiedatum:
donderdag 19 december 2019
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
Verordeningen



Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hillegom houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffen en reinigingsrechten (Verordening reinigingsheffingen 2020)

De raad van de gemeente Hillegom;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2019, voorstelnummer 245545;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en

artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

 

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    gebruik maken’ in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer;

  • 2.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

 

Hoofdstuk 2: Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt , bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht , nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt .

  • 5.

    Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van een op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Hoofdstuk 3: Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel een mondelinge kennisgeving, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1.

    De verschuldigde rechten moeten in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 14

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen twee maanden na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Hoofdstuk 4: Aanvullende bepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening reinigingsheffingen 2019" vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2020”

     

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 12 december 2019.

drs. P.M. Hulspas - Jordaan

griffier

A. van Erk

voorzitter

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2020

De bedragen, genoemd in dit hoofdstuk, zijn inclusief omzetbelasting als deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven voor de afvalstoffenheffing

 

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

286,50

1.1.2

De belasting als bedoeld in 1.1.1 wordt, indien het perceel wordt gebruikt door een klein huishouden verminderd met

 

 

26,20

1.1.2.1

Er is sprake van een klein huishouden als voldaan wordt aan één van de volgende voorwaarden:

 

 

 

de container die bestemd is voor de overige huishoudelijke afvalstoffen een inhoudsmaat heeft van 140 liter;

het huishouden bestaat uit maximaal één persoon en er wordt gebruik gemaakt van een centraal verzorgde huisvuilafvoer.

 

 

1.1.3

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het bij het begin van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een éxtra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):

 

 

1.1.3.1

 

1.1.3.2

 

1.1.3.3

 

1.1.3.4

container van 140 liter bestemd voor groente -, fruit - en tuinafval per extra container per belastingjaar met

container van 240 liter bestemd voor groente -, fruit - en tuinafval per extra container per belastingjaar met

container van 140 liter bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen per extra container per belastingjaar met

container van 240 liter bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen per extra container per belastingjaar met

 

 

 

 

 

126,50

 

166,50

 

134,70

 

190,20

 

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven voor overige reinigingsrechten

 

2.1

Het recht bedraagt voor:

eenheid

 

tarief

 

a. het ledigen van

 

 

 

2.1.1

faecaliënputten en het verwijderen van de daaruit komende afvalstoffen per m3 of een deel daarvan

m3

159,00

 

 

 

 

 

 

b. het op aanvraag verwijderen van particulieren van

 

 

 

2.1.2.1

grof huishoudelijk afval per m3 of een deel daarvan

m3

76,00

2.1.2.2

grof huishoudelijk tuinafval per m3 of een deel daarvan

m3

38,00

 

 

 

 

 

 

c. het in ontvangst nemen van particulieren van

 

 

 

2.1.3.1

grof huishoudelijke restafval tot maximaal 1 m3

m3

0,00

2.1.3.2

grof huishoudelijk restafval boven aantal m3 als bedoeld in 3.1.3.1. per m3

m3

20,00

2.1.3.3

grof huishoudelijk tuinafval tot maximaal 1 m3

m3

0,00

2.1.3.4

grof huishoudelijk tuinafval boven aantal m3 als bedoeld in 3.1.3.3 per m3

m3

10,00

2.1.4.1

Papier

 

0,00

2.1.4.2

Textiel

 

0,00

2.1.4.3

Glas

 

0,00

2.1.4.4

schroot, ijzer, aluminium, koper, lood en overige huishoudelijke metalen

 

0,00

2.1.5.1

recyclebaar schoon puin of hout per m3

m3

19,00

2.1.5.2

recyclebaar schoon puin of hout per 0,5 m3

0,5 m3

9,50

2.1.5.3

recyclebaar schoon puin of hout per 0,25 m3

0,25 m3

4,75

2.1.6.1

zand, grond (niet inneembaar)

 

0,00

2.1.7.1

geïmpregneerd hout, dakleer, bitumen en overig niet-recyclebaar bouw- en sloopafval per m3

m3

62,00

2.1.7.2

geïmpregneerd hout, dakleer, bitumen en overig niet-recyclebaar bouw- en sloopafval per 0,5 m3

0,5 m3

31,00

2.1.7.3

geïmpregneerd hout, dakleer, bitumen en overig niet-recyclebaar bouw- en sloopafval per 0,25 m3

0,25 m3

15,50

2.1.8.1

klein chemisch afval van particulieren tot een maximum van 5 kg per keer met een maximum van 10 kg per jaar

kg

0,00

2.1.8.2

asbest uit huishouding tot maximaal 1 m3 per keer met een maximum van 2 m3 per jaar

m3

0,00

2.1.8.3

klein chemisch afval van bedrijven, afhankelijk van de soort chemische afvalstof, een tarief per kg van

 

 

 

 

absorptiekorrels

kg

2,40

 

accu's

kg

0,70

 

afgewerkte olie

kg

0,80

 

afvalolie

kg

1,30

 

afvalwater

kg

1,85

 

ammoniakoplossing

kg

1,85

 

anorganische zuren

kg

3,00

 

asbest

kg

1,75

 

batterijen

kg

0,20

 

bestrijdingsmiddel

kg

4,20

 

cosmetica- en medicijnenafval

kg

3,90

 

CZV/COD afval

kg

3,35

 

elektronica afval, printplaten

kg

2,05

 

Fixeer

kg

2,60

 

grond met olie

kg

3,10

 

halogeenrijke vloeistof

kg

2,50

 

kantoorafval

kg

3,10

 

kjedahl afval

kg

3,50

 

koelvloeistof, glycolen

kg

2,20

 

kwikafval

kg

35,00

 

laboratoriumafval gemengd

kg

6,25

 

lampen natrium

kg

3,80

 

lampen TL-buizen

kg

4,20

 

leeg fust kunststof

kg

3,10

 

leeg fust staal

kg

2,00

 

lijm-, kit en harsafval

kg

4,20

 

loog en anorganische basen

kg

3,10

 

olie plantaardig

kg

0,80

 

oliefilters

kg

2,50

 

ontwikkelaar

kg

2,75

 

oplosmiddel halogeenarm

kg

2,20

 

organische zuren

kg

3,10

 

PCB voorschakelaars

kg

2,40

 

poetsdoeken chemicaliën

kg

4,40

 

poetsdoeken olie

kg

4,40

 

remvloeistof

kg

2,30

 

salpeterzuur

kg

3,10

 

specifiek ziekenhuisafval

kg

2,80

 

spuitbussen

kg

4,10

 

straalgrit

kg

2,20

 

teer, vet en bitumen

kg

4,60

 

verf- en inktafval

kg

3,10

 

verffilters

kg

6,00

 

zoutzuur

kg

3,10

 

zwavelzuur

kg

3,10

 

Behoort bij raadsbesluit van 12 december 2019.

 

 

 

 

drs. P.M. Hulspas – Jordaan

griffier

 

Ga naar het begin