Ga naar de inhoud

Verordening op de vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2020

Publicatiedatum:
dinsdag 12 mei 2020
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
Verordeningen



Verordening op de vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2020

De raad van de gemeente Hillegom,

 

gelezen het voorstel van de griffier,

 

gelet op artikel 61a Gemeentewet,

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Zuid-Holland;

  • c.

    de burgemeester: de burgemeester van de gemeente Hillegom;

  • d.

    de commissie: de vertrouwenscommissie als bedoeld in artikel 2;

  • e.

    de raad: de raad van de gemeente Hillegom;

  • f.

    de voorzitter: de voorzitter van de vertrouwenscommissie

  • g.

    verslag: de schriftelijke weergave van het gevoelen van de raad over de herbenoeming van de burgemeester;

  • h.

    aanbeveling: de schriftelijke verklaring van de raad over de herbenoeming van de burgemeester;

  • i.

    profielschets; het profiel waarin de gewenste competenties en de gewenste stijl van besturen bij de werving van de burgemeester zijn benoemd.

Artikel 2 Taak en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie heeft tot taak de aanbeveling door de raad voor te bereiden in het kader van de herbenoemingsprocedure van de burgemeester.

  • 2.

    De commissie maakt vooraf aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning kenbaar op basis van welke informatiebronnen zij zich een oordeel zal vormen over het functioneren van de burgemeester. Daarbij baseert zij zich in ieder geval op de profielschets en de wettelijke taken van de burgemeester.

  • 3.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad, de commissaris van de Koning en de burgemeester te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat bij het verslag van bevindingen wordt gevoegd.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit zes leden, door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    Er worden geen plaatsvervangende leden benoemd.

  • 3.

    Een lid houdt op lid van de commissie te zijn indien hij ontslag heeft genomen als raadslid of niet meer voldoet aan de vereisten van het raadslidmaatschap als bedoeld in artikel 13 van de Gemeentewet.

  • 4.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning

De raadsgriffier is secretaris van de commissie en geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk acht(en).

  • 2.

    De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 6 Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept-aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel 7 bedoelde verslag opgenomen.

Artikel 7 Verslag

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris van de Koning. Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris van de Koning bevat in ieder geval:

  • 2.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • 3.

    een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie;

  • 4.

    indien over het functioneren van de burgemeester afspraken zijn gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze expliciet in het verslag van bevindingen vermeld.

Artikel 8 Geheimhouding

  • 1.

    Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de wet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3.

    Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4.

    Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt ingevolge de wet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 5.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6.

    De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

Artikel 9 Archivering

  • 1.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na ontbinding van de commissie alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 10 Ontbinding van de commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 16 april 2020,

drs. P.M. Hulspas-Jordaan

griffier

A. van Erk

voorzitter

Ga naar het begin