Ga naar de inhoud

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Hillegom 2021

Publicatiedatum:
donderdag 31 december 2020
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
Verordeningen



Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Hillegom 2021

De raad van de gemeente Hillegom;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2020 voorstelnummer 350877;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en

artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffingreinigingsrechten Hillegom 2021

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer;

  • 2.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk 2: Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van een op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk 3: Reinigingsrechten

Artikel 11 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 12 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 13 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 14 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 15 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel een mondelinge kennisgeving, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 17 Termijnen van betaling

  • 1.

    De verschuldigde rechten moeten in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 14

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen twee maanden na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk 4: Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening reinigingsheffingen 2020" vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Hillegom 2021”.

 

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 10 december 2020.

drs. P.M. Hulspas - Jordaan

griffier

A. van Erk

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen Hillegom 2021

De bedragen, genoemd in dit hoofdstuk, zijn inclusief omzetbelasting als deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven voor de afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

 

1.1.1.1

indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon:

€ 300,00

1.1.1.2

indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebuikt door meer dan één persoon

 

€ 330,00

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven voor overige reinigingsrechten

2.1

Het recht bedraagt voor:

eenheid

tarief

 

a. het ledigen van

 

 

2.1.1

faecaliënputten en het verwijderen van de daaruit komende afvalstoffen per m3 of een deel daarvan

m3

€ 162,00

 

 

 

 

 

b. het op aanvraag verwijderen van particulieren van

 

 

2.1.2.1

grof huishoudelijk afval per m3 of een deel daarvan

m3

€ 77,50

2.1.2.2

grof huishoudelijk tuinafval per m3 of een deel daarvan

m3

€ 38,75

 

 

 

 

 

c. het in ontvangst nemen van particulieren van

 

 

2.1.3.1

grof huishoudelijke restafval tot maximaal 1 m3

m3

€ 0,00

2.1.3.2

grof huishoudelijk restafval boven aantal m3 als bedoeld in 2.1.3.1. per m3

m3

€ 20,00

2.1.3.3

grof huishoudelijk tuinafval tot maximaal 1 m3

m3

€ 0,00

2.1.3.4

grof huishoudelijk tuinafval boven aantal m3 als bedoeld in 2.1.3.3 per m3

m3

€ 0,00

2.1.4.1

Papier

 

€ 0,00

2.1.4.2

Textiel

 

€ 0,00

2.1.4.3

Glas

 

€ 0,00

2.1.4.4

schroot, ijzer, aluminium, koper, lood en overige huishoudelijke metalen

 

€ 0,00

2.1.5.1

recyclebaar schoon puin of hout per m3

m3

€ 19,50

2.1.5.2

recyclebaar schoon puin of hout per 0,5 m3

0,5 m3

€ 9,75

2.1.5.3

recyclebaar schoon puin of hout per 0,25 m3

0,25 m3

€ 4,90

2.1.6.1

zand, grond (niet inneembaar)

 

€ 0,00

2.1.7.1

geïmpregneerd hout, dakleer, bitumen en overig niet-recyclebaar bouw- en sloopafval per m3

m3

€ 63,00

2.1.7.2

geïmpregneerd hout, dakleer, bitumen en overig niet-recyclebaar bouw- en sloopafval per 0,5 m3

0,5 m3

€ 31,50

2.1.7.3

geïmpregneerd hout, dakleer, bitumen en overig niet-recyclebaar bouw- en sloopafval per 0,25 m3

0,25 m3

€ 15,75

2.1.8.1

klein chemisch afval van particulieren tot een maximum van 5 kg per keer met een maximum van 10 kg per jaar

kg

€ 0,00

2.1.8.2

asbest uit huishouding tot maximaal 1 m3 per keer met een maximum van 2 m3 per jaar

m3

€ 0,00

2.1.8.3

klein chemisch afval van bedrijven, afhankelijk van de soort chemische afvalstof, een tarief per kg van

 

 

absorptiekorrels

kg

€ 2,45

 

accu's

kg

€ 0,75

 

afgewerkte olie

kg

€ 0,90

 

afvalolie

kg

€ 1,40

 

afvalwater

kg

€ 1,90

 

ammoniakoplossing

kg

€ 1,90

 

anorganische zuren

kg

€ 3,10

 

asbest

kg

€ 1,85

 

batterijen

kg

€ 0,20

 

bestrijdingsmiddel

kg

€ 4,30

 

cosmetica- en medicijnenafval

kg

€ 4,00

 

CZV/COD afval

kg

€ 3,40

 

elektronica afval, printplaten

kg

€ 2,10

 

Fixeer

kg

€ 2,65

 

grond met olie

kg

€ 3,10

 

halogeenrijke vloeistof

kg

€ 2,65

 

kantoorafval

kg

€ 3,10

 

kjedahl afval

kg

€ 3,50

 

koelvloeistof, glycolen

kg

€ 2,25

 

kwikafval

kg

€ 36,00

 

laboratoriumafval gemengd

kg

€ 6,40

 

lampen natrium

kg

€ 3,90

 

lampen TL-buizen

kg

€ 4,30

 

leeg fust kunststof

kg

€ 3,10

 

leeg fust staal

kg

€ 2,00

 

lijm-, kit en harsafval

kg

€ 4,30

 

loog en anorganische basen

kg

€ 3,10

 

olie plantaardig

kg

€ 0,90

 

oliefilters

kg

€ 2,55

 

ontwikkelaar

kg

€ 2,80

 

oplosmiddel halogeenarm

kg

€ 2,20

 

organische zuren

kg

€ 3,10

 

PCB voorschakelaars

kg

€ 2,40

 

poetsdoeken chemicaliën

kg

€ 4,40

 

poetsdoeken olie

kg

€ 4,40

 

remvloeistof

kg

€ 2,30

 

salpeterzuur

kg

€ 3,10

 

specifiek ziekenhuisafval

kg

€ 2,80

 

spuitbussen

kg

€ 4,15

 

straalgrit

kg

€ 2,25

 

teer, vet en bitumen

kg

€ 4,70

 

verf- en inktafval

kg

€ 3,10

 

verffilters

kg

€ 6,10

 

zoutzuur

kg

€ 3,10

 

zwavelzuur

kg

€ 3,10

 

Behoort bij raadsbesluit van 10 december 2020.

drs. P.M. Hulspas - Jordaan

griffier

Ga naar het begin