Ga naar de inhoud

Uitvoeringsregeling aanwijzing WOZ-belanghebbende 2020.

Publicatiedatum:
dinsdag 31 december 2019
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
Beleidsregels



Uitvoeringsregeling aanwijzing WOZ-belanghebbende 2020.

Uitvoeringsregeling aanwijzing van een WOZ-belanghebbende 2020

De directeur van de gemeenschappelijke regeling ‘Cocensus’;

gericht op de uitvoering van de werkzaamheden welke op grond  van de ‘Gemeenschappelijke Regeling Cocensus’ door Cocensus  worden verzorgd;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;

gelet op de Uitvoeringsregeling aanwijzing belastingplichtige 2020;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Uitvoeringsregeling voor het aanwijzen van een WOZ‑belanghebbende in een keuzesituatie 2020.

Inleiding 

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor één onroerende zaak in de zin van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) meer personen (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende zijn. Op grond van artikel 24 van de Wet WOZ mag de bekendmaking van de WOZ‑beschikking aan één van de belanghebbenden plaatsvinden. Cocensus hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt.

 

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ‑beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige die de aanslag onroerendezaakbelastingen, rioolheffing of afvalstoffenheffing op zijn of haar naam krijgt.

 

Artikel 1. Voorkeursvolgorde 

  • 1.

    Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht zijn de Uitvoeringsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie zoals die gelden voor de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van gebruikers van niet-woningen zijn de Uitvoeringsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie zoals die gelden voor de onroerendezaakbelastingen die worden geheven van gebruikers van niet-woningen, van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van gebruikers van woningen (huurders), zijn de Uitvoeringsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie zoals die gelden voor de afvalstoffenheffing) van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel 

  • 1.

    De ‘Uitvoeringsregeling aanwijzing WOZ-belanghebbende 2019’ vastgesteld op 21 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde ingangsdatum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en wordt toegepast met ingang van 1 januari 2020.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling aanwijzing WOZ-belanghebbende 2020.

  

Hoofddorp,  28 november 2019,

de directeur van Cocensus,

    

drs. G.G.J. Schipper

 

Ga naar het begin